Het Zje

In de moderne lesmethodes worden deze allemaal aangeboden, zodat kinderen zelf kunnen bepalen welke aanpak of strategie voor hen het makkelijkste te begrijpen en dus te gebruiken is. We noemen dit het realistisch rekenen. Voor sommige kinderen is dit heel goed, maar in iedere klas zie je ook leerlingen die hierdoor na een tijdje door de bomen het bos niet meer zien. Zij gaan dingen door elkaar halen, raken onzeker en gefrustreerd en lopen vast.
Deze kinderen hebben duidelijkheid en structuur nodig.
Dat is dan ook precies wat het Zje biedt. Met behulp van een hulp-schrift wordt er weer structuur in de lesstof gebracht.
Tijdens de lessen worden er opdrachten gemaakt en schrijven de kinderen, geholpen door de remedial teacher, de voor hen belangrijke informatie op in het hulp-schrift. Zoveel mogelijk in hun eigen woorden, eventueel ondersteund door kleuren, plaatjes en voorbeelden, zodat het voor het kind zelf goed te begrijpen is en het prettigst werkt.
Daarnaast is het bij bijna alle kinderen nodig dat er aandacht besteed wordt aan het automatiseren van de rekenvaardigheden.
Dit gebeurt deels spelenderwijs tijdens de begeleiding. Maar om echt een vooruitgang te zien hierin zal het nodig zijn dat uw kind ook thuis gaat oefenen.
Uw kind zal iedere week wat huiswerk mee naar huis krijgen, om alleen of samen met de ouders, te maken.
Hierbij geldt: liever iedere dag een minuut of vijf, dan 1x per week lang.
Natuurlijk is het ook hierbij heel belangrijk dat kinderen lol hebben in het oefenen.
Daar zorgt het Zje voor door spelenderwijs met de stof bezig te zijn, voldoende af te wisselen in de oefeningen, en resultaten goed in kaart te brengen.

Bij het Zje wordt hiervoor een Spelling-Spiek-Schrift gebruikt.
Dit is een mapje dat wekelijks aangevuld wordt met een nieuwe spellings categorie en/of spellingsregel.
In de eerste les wordt er, met behulp van een dictee, goed bekeken welke lesstof wel al beheerst wordt en waar precies de hiaten zitten.
Daarna wordt er wekelijks geoefend met de onvoldoende beheerste lesstof.
Dit wordt op een duidelijke, gestructureerde manier aangepakt.
Dit werkt voor veel kinderen motiverend, omdat ze zo precies kunnen bijhouden wat ze al geleerd hebben.
Tijdens de les wordt er instructie gegeven en zijn we intensief bezig met het inoefenen van de categorie of regel die centraal staat. Woorden die binnen deze categorie vallen worden opgeschreven in het mapje.
Ook wordt er iedere les een spelletje gespeeld, zodat de kinderen ook zien dat het leuk is om met spelling bezig te zijn. En ontdekken ze dat je ook op zo'n leuke manier veel kan leren.
Omdat het bij spelling heel belangrijk is dat de stof goed ingeprent wordt, is regelmatig oefenen en herhalen belangrijk.
Daarom krijgt uw kind iedere week een werkblad mee om thuis te maken. En een spelletje om samen met u te spelen.

Soms komt dit doordat kinderen nog onvoldoende vlot kunnen technisch lezen. Ze moeten dan zoveel tijd en energie in het lezen zelf steken, dat ze onvoldoende op de inhoud van de tekst kunnen letten. Wanneer dit het probleem is, kan er het beste eerst intensief gewerkt gaan worden aan het technisch lezen zelf. Een ander probleem kan een te geringe woordenschat zijn. Kinderen die weinig woorden kennen, zullen ook weinig van een tekst snappen. Voor hen is het belangrijk dat hun woordenschat uitgebreid wordt. En dan heb je nog de kinderen die wel goed, vlot en nauwkeurig kunnen lezen, en een voldoende woordenschat hebben, maar toch moeite hebben met het begrijpen van een tekst. Om een tekst te begrijpen moet je een hoop verschillende vaardigheden beheersen. En deze kinderen hebben vaak moeite met (een deel van) deze vaardigheden. Wanneer er vermoed wordt dat het probleem hierin zit, wordt er een test afgenomen om te kijken welke vaardigheden wel en nog niet beheerst worden. Daarna wordt er tijdens de lessen intensief getraind met de vaardigheden die nog niet voldoende beheerst worden. Daarnaast leren kinderen altijd om op een vaste manier met een tekst om te gaan. Het gaat daarbij om stappen die voor, tijdens en na het lezen gemaakt moeten worden, zoals het activeren van voorkennis, bekijken van teksten en plaatjes en jezelf vragen stellen tijdens het lezen. Dit zijn dezelfde stappen als de lesmethodes op scholen gebruiken. Uw kind zal deze stappen herkennen van de lessen in de klas. Het verschil is vooral dat in de lesmethodes al heel snel van kinderen wordt verwacht dat ze dit zelfstandig kunnen, terwijl in de praktijk blijkt dat dat bij de meeste kinderen niet zo is. Daarom werkt het Zje hier, met behulp van de hardop-denk-methode aan. Uw kind zal hier ook in de klas direct baat bij hebben.

Dat laatste kan vaak op een eenvoudige manier aangeleerd worden. De meeste kinderen kunnen, na een korte uitleg en even oefenen, het geleerde al zelfstandig toepassen. Het andere onderdeel, samenvatten, is een stuk ingewikkelder. Om dat goed te kunnen moet je eigenlijk alle deelvaardigheden die onder het begrijpend lezen vallen, beheersen. Daarom is er tijdens de lessen ook bij studerend lezen veel aandacht voor deze deelvaardigheden.

• Voor wie?
  Voor kinderen in groep 3 en 4 die minimaal AVI M3 beheersen. Het gaat hierbij om kinderen die nog veel hakken en plakken, het spellend lezen. Of kinderen die veel fouten maken tijdens het lezen, het radend lezen.
• Doel?
  Minimaal 1 AVI niveau stijgen.
  Er wordt daarbij extra aandacht besteed aan:
  • Het verbeteren van het lezen van losse worden.
  • Het bevorderen van het leesbegrip van teksten en losse woorden (woordenschat)
  • Het stimuleren van het leesplezier
• Hoe?
  Aan de hand van een, samen met uw kind, uitgekozen leesboek wordt er geoefend met het lezen van teksten en woorden. De woorden worden gehaald uit de teksten uit het leesboek die we aan het oefenen zijn. Het leesboek blijft centraal staan gedurende de gehele cursus. Dit stimuleert leesplezier. Maar ook het leesbegrip van woorden en teksten. Dit doordat in boeken woorden regelmatig terugkeren. Elke les is opgebouwd uit fasen die iedere les terug komen. Zo weet het kind wat er komen gaat en wordt er veel gedaan tijdens de les.

• Repeated: Herhaaldelijk aanbieden
• Assisted: Ondersteuning door (interactief) voorlezen, bijwijzen
• Level: Inzetten op een hoog level
• Feedback: Diverse feedbackvormen
• Interaction: Interactie met het kind over de inhoud van de tekst die aansluit op de belevingswereld van het kind.

• Kortweg houdt dit in dat een tekst zeer intensief wordt gelezen en besproken, waarbij het leestempo, woordenschat en vooral het plezier in lezen centraal staat.
• Duur van de cursus:
  Een kenmerk van de RALFI methode is de intensiteit van de trainingen. Daarom bestaat de behandeling uit 2 bijeenkomsten per week van 45 minuten, voor een periode van 8 weken.
• Huiswerk:
  Om een goed resultaat te halen moeten de teksten en woorden 3x per week herhaald worden. Dit betekent dat er een of twee keer per week thuis geoefend moet worden. Ook dit gebeurt via een vast patroon. Het huiswerk duurt maximaal 15 minuten per keer. Het is hierbij de bedoeling dat het kind door de ouders wordt begeleid.
• Workshop:
  Als introductie geef ik een korte workshop/uitleg aan de ouders. Ik leg ouders dan kort uit hoe het leesprogramma werkt, wat RALFI precies inhoud en hoe u het beste uw kind kunt begeleiden bij het oefenen thuis. (Dit wordt meestal gecombineerd met het intakegesprek.)

• Voor wie?
  Leerlingen uit groep 8 en de brugklas.
  
• Wat?
  Tijdens de huiswerkbegeleiding ligt de nadruk op het plannen en organiseren van huiswerk. Er worden manieren aangeleerd om met huiswerk om te gaan. Het kind leert hierbij bijvoorbeeld hoe hij het beste het huiswerk voor verschillende vakken kan inplannen en verdelen over de week en voor een proefwerk kan leren. Daarnaast is er continu aandacht voor eventuele vragen over de lesstof, en wordt er aandacht besteed aan taakgerichtheid. Omdat het hierbij met name gaat om het aanpakgedrag, leren plannen en inzetten van een juiste leerstrategie en minder om de inhoud van de lesstof zijn er vaak minder lessen nodig. Ook is een uitgebreid onderzoek niet nodig. Tijdens het werken worden de methodes van school gebruik. De leerling neemt deze zelf mee.

• Voor wie?
  Leerlingen uit de eerste drie leerjaren van het voortgezet onderwijs.
  
• Wat?
  De leerling komt na schooltijd naar de praktijk. Na een glaasje drinken gaan we aan het werk. Anderhalf uur werkt de leerling onder begeleiding aan zijn eigen huiswerk. Wanneer hij vastloopt krijgt hij hulp. Ook worden er manieren aangeleerd om met het huiswerk om te gaan. Hoe leer je woordjes? Hoe maak je samenvattingen? Als leerlingen toetsen hebben kunnen ze tijdens de begeleiding worden overhoord, zodat ze zelf ontdekken of ze de lesstof al goed genoeg kennen.